De* dikke darm bestaat uit drie in elkaar overlopende delen. Het eerste deel van de dikke darm is de blinde darm waarvan de appendix een los aanhangsel is. Net als bij de bloedvaten zit ook in de blinde darm een klep die ervoor zorgt dat voedingsstoffen die al afgevoerd zijn niet terug kunnen komen in de dunne darm. Rechts onder in de buik gaat de blinde darm over in de dikke darm, dit is ook de plaats waar een blinde darm ontsteking, ofwel appendix gevoeld wordt. Aan het einde van de kronkel gaat de dikke darm over in de endeldarm. De uitgang van de endeldarm is de anus. De voedingsresten komen via de dunne darm in het bovenste deel van de dikke darm terecht.
De dikke darm maakt onder invloed van onze bewegingen golvende bewegingen die de etensresten richting de endeldarm duwen. Tijdens deze procedure worden zouten en water uit de voedselresten onttrokken en door de bloedbaan over het lichaam verspreid. Door dit proces wordt de massa dikker. Voedingsresten die we niet kunnen gebruiken en schadelijke stoffen verlaten via de endeldarm ons lichaam. De massa wordt de ontlasting genoemd, in feite een precieze vertaling van wat er gebeurt. We ontlasten ons lichaam en de dikke darm van stoffen die we niet kunnen gebruiken of die ons zelfs ziek kunnen maken. De dikke darm zelf wordt beschermd door bifido bacteriën. De bifido bacteriën zorgen tevens voor gisting en rotting van de voedselresten waardoor de dikke darm in beweging blijft. Bij dit proces komen gassen vrij in de dikke darm, deze gassen verlaten de endeldarm in de vorm van winden.
Hoewel mensen het vaak niet merken, heeft een op de zeventig Nederlanders last van divertikels op de dikke darm. Deze goedaardige uitstulpingen brengen geen klachten met zich mee, totdat ze ontstoken raken. In dat geval spreken we van ‘diverticulitis’, wat klachten meebrengt als ernstige buikpuin, koorts, misselijkheid en een merkbare...