De incubatietijd van de ziekte is één tot vier dagen, waarbij de eerste verschijnselen dikwijls uit moeilijk kunnen slikken en pijn in de keel bestaan. Misselijkheid, overgeven, hoofdpijn, een lichte koorts en een snelle hartslag treden veelvuldig op. Evenals een loopneus waarbij enkel één neusgat aan is gedaan, komt van tijd tot tijd voor. Op het moment dat de infectie zich uitbreidt naar de larynx dan zwelt de keel meestal op en dit bemoeilijkt de ademhaling heel erg.
Op de slijmvliezen van de keel kunnen kenmerkende taaie vliezen (pseudomembranen) ontstaan, waardoor het ademen moeilijk zal worden en kinderen zelfs zouden kunnen stikken, onder andere doordat een membraan dat los heeft gelaten de luchtweg kan versperren. De difteriebacterie maakt gifstoffen (toxinen) aan welke de hartspier (myocarditis) evenals het zenuwstelsel schade toe kunnen brengen. Op het moment dat difterie niet wordt behandeld dan is de ziekte in veel gevallen dodelijk.
Wanneer difterie wordt vermoed, is een behandeling van de patiënt op een intensivecareafdeling vereist vanwege de kans op verstikking en de reacties op de gifstoffen. De veroorzakende bacterie is gevoelig voor erythromycine en penicilline. Naast antbiotica wordt, na het uitvoeren van een allergietest, eveneens een antitoxine gegeven om de gevolgen te verminderen van het difterietoxine.
Vaccinatie met DKTP-vaccin of DTP-vaccin biedt bescherming tegen difterie. De vaccinatie is opgenomen in het het Vlaamse vaccinatieschema. Doordat er op grote schaal wordt gevaccineerd is het aantal gevallen van difterie in ons land tot een minimum beperkt en komt de ziekte nauwelijks nog voor. In veel ontwikkelingslanden is het echter wel één van de ziektes die veel kinderlevens eist. Maar ook daar worden steeds vaker speciale vaccinatieprogramma’s opgezet om ook daar het aantal slachtoffers van de ziekte terug te dringen en difterie uiteindelijk uit te roeien.
Complicaties door membranen en oedeem zijn...