De rol van zout, of beter gezegd natrium en kalium, is bij het ontstaan van een hoge bloeddruk is van groot belang. Namelijk bij natuurvolkeren met een natrium-arm en kalium-rijk dieet is deen hoge bloeddruk een zeldzaamheid te noemen. Voor het dieet in de westerse wereld geldt vaak juist het omgekeerde: veel natrium en weinig kalium. Natrium heeft een verhogend effect op de bloeddruk. Door een relatief grote hoeveelheid natrium en een relatief kleine hoeveelheid kalium zal het gladde spierweefsel van de bloedvaten zich sterker samentrekken. Om het bloed door de bloedvaten te kunnen blijven pompen, zal het hart een hogere bloeddruk dienen te genereren. Natrium en kalium beïnvloeden eveneens de wijze waarop door bepaalde hersen -en zenuwactiviteit de bloeddruk gereguleerd wordt. Ook hier ziet men weer tegenovergestelde effecten: natrium is bloeddrukverhogend en kalium is *bloeddrukverlagend.
Verder* draagt Alcoholgebruik bij aan het krijgen van een hoge bloeddruk. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer zestien procent van alle gevallen van een hoge bloeddruk gerelateerd is aan alcohol. Daarnaast draagt roken bij aan een verhoging van de bloeddruk. Dit heeft te maken met de vaatvernauwende effecten van de stof nicotine die in rookwaren voorkomt, maar eveneens door een verhoging van de hartslagfrequentie door de nicotine.
Het, vaak onschuldig lijkend, eten van grote hoeveelheden drop kan ook een hoge bloeddruk tot gevolg hebben doordat dit snoepgoed glycyrrhizinezuur bevat. Deze stof is eveneens te vinden in zoethout. Soms heeft een hoge bloeddruk ook een hormonale oorzaak, zoals bijvoorbeeld bij het Syndroom van Conn of het feochromocytoom. Het Syndroom van Conn wordt als onderliggende oorzaak van een hoge bloeddruk ontdekt wordt in 1,4 tot zelfs 32 procent van alle gevallen. Men kan soms de hoge bloeddruk voorkomen door de oorzaken ervan te behandelen of proberen te *vermijden.
*