Op het moment dat de bloeddruk rond de 120/80 mm Hg ligt dan is er sprake van een optimale bloeddruk voor een gezond volwassen persoon. In de meeste gevallen echter gaat men uit van een normale bloeddruk wanneer deze minder dan 140/90 mmHg bedraagt. Van een hoge bloeddruk of hypertensie is sprake als deze 160/95 mmHg bedraagt terwijl men spreekt van een lage bloeddruk als de bloeddrukmeter 90/60 mmHg aangeeft. De grenswaarden stijgen naarmate de leeftijd ook toe gaat nemen, en dan met name de bovendruk.
Een lage bloeddruk kan beter als een fysiologische toestand aan worden geduid dan als een echte aandoening. Op het moment dat de bloeddruk te ver daalt (de onderdruk ligt dan beneden de 50 mmHg) wordt er gesproken van hypotensie of lage bloeddruk. Informeel wordt een lage bloeddruk ook vaak beschouwd als een aandoening waarbij deze verlaging van de bloeddruk een risico op flauwvallen *veroorzaakt.
Zowel* een te lage, als de veel vaker voorkomende hoge bloeddruk, kan tot problemen met de gezondheid leiden. De diagnose lage bloeddruk is een sterk cultureel bepaald gegeven: zo worden bijvoorbeeld in een land als Duitsland erg veel medicamenten voorgeschreven voor een te lage bloeddruk, terwijl hetzelfde probleem in veel Engelstalige landen nauwelijks voor lijkt te komen als men enkel naar de medicatie kijkt die hiervoor wordt voorgeschreven aan patiƫnten.
Orthostatische hypotensie betreft een plotselinge daling van de bloeddruk van meer dan 20 mmHg systolisch of meer dan 10 mmHg diastolisch welke ontstaat bij plotseling opstaan (binnen drie minuten hierna). Klachten die op kunnen treden bij orthostatische hypotensie zijn licht in het hoofd worden, duizeligheid, hoofdpijn, (sterke) vermindering van het...