Een laparoscopie kan uit worden gevoerd door allerlei speicalisten in een ziekenhuis zoals bijvoorbeeld een chirurg, een uroloog of een gynaecoloog. Op het moment dat de patiënt onder narcose is gebracht dan wordt er een incisie gemaakt in de onderste rand van de navel. Daarin wordt met een naald koolzuurgas CO2 in de buikholte gebracht. Vervolgens wordt de naald er weer uitgehaald en met behulp van een trocart, dit is een soort priem, een opening in de buikholte gemaakt langs de incisie. Daardoor gaat de endoscoop waarmee de buikholte kan worden geïnspecteerd. Eventueel worden er nog meerdere openingen gemaakt waar instrumenten, zoals scharen, coaguleerapparatuur, zuigers, tangen naaldvoerders en dergelijke doorheen kunnen worden gevoerd. De plaats waar de openingen of openingen moeten worden gemaakt zijn afhankelijk van de betreffende aandoening of ziekte en het daarbij behorende specifieke (behandeling)plan.
Een nieuwe laparoscopische techniek is de zogenaamde Laparo Endoscopic Single Site techniek (afgekort tot de LESS-techniek. Met deze LESS-techniek wordt geopereerd langs één opening in plaats van hiervoor meerdere openingen te gebruiken. De opening heeft een afmeting van twee centimeter en wordt vaak gemaakt ter hoogte van de navel. Daarbij blijft na verloop van tijd dikwijls geen zichtbaar litteken over omdat het enige litteken dat ontstaat wegvalt in de navel. De techniek is in principe bij alle operaties toe te passen die langs de normale laparoscopie uit kunnen worden gevoerd.
Een laparoscopie kan voor een helboel doeleinden in worden gezet in zowel de algemene chirurgie als bij andere specialismen in een ziekenhuis. Zo kan men op deze manier bijvoorbeeld een maagbandje plaatsen of een gastric bypass uitvoeren bij mensen met overgewicht. Maar ook een liesbreuk of een littekenbreukoperatie kan op deze wijze ui worden gevoerd evenals een galblaasoperatie en de verwijdering van een dikke darm. Daarnaast wordt een laparoscopie vaak toegepast wanneer men een blinde darm gaat verwijderen of een bopsie uit wil voeren bijvoorbeeld van een orgaan als de lever.