Op deze manier is een maagband of –ring prima aan te passen aan de individuele omstandigheden van een patiënt. Het is hierdoor bijvoorbeeld ook mogelijk geworden om zwanger te worden wanneer er eerder een maagband is geplaatst. De arts zorgt er in zo’n geval immers voor dat de maagband zo min mogelijk is gevuld en de aanstaande moeder en haar ongeboren kind optimaal voedingsstoffen op kunnen nemen. Nadat de baby is geboren, de moeder weer hersteld is van de bevalling en haar kind niet (langer) de borst geeft kan de maagband weer bij worden gevuld en kan het afvallen weer verder gaan.
Maar ook in gevallen dat het gebruik van de maagband niet, of niet voldoende, effect laat zien kan een arts besluiten om de maagband extra bij te vullen om zo de inhoud van de maag nog wat kleiner te maken. Gaat het proces van afvallen echter juist te snel of heeft een patiënt te maken met tekorten aan bepaalde voedingsstoffen dan kan een arts juist besluiten de maag wat te vergroten door de maagband wat te ledigen.
Om er zeker van te zijn dat het afvallen, met behulp van een maagband, in goede banen wordt geleid zal een patiënt intensief begeleid worden door een diëtist. Deze geeft niet alleen aan wat men mag en kan eten en op welke momenten van de dag dit het beste kan gebeuren maar ook zal deze het gewichtsverlies in de gaten houden evenals de gezondheidstoestand van de patiënt. Op het moment dat er tekorten, of andere ongewenste veranderingen, op dreigen te treden dan zal de diëtist in overleg treden met de behandeld arts om de maagband te veranderen.