Specifieke oorzaken zijn de boosdoeners voor zo’n 5 procent van alle rugpijnklachten. Het is van belang om dergelijke klachten te herkennen, omdat dit ziekten zijn waaraan wat kan of dient te worden gedaan. Het gaat hierbij om een hernia van de tussenwervelschijf, een vernauwing van het wervelkanaal met daarbij neurologische uitval ontstekingen en tumoren van de wervels, wervelbreuken, de ziekte van Bechterew of wervels welke af zijn *gegleden.
Aspecifieke* lage rugpijn is eveneens een verzamelnaam voor een aantal lastig uit elkaar te houden aandoeningen van de rug. Het is vaak niet zinvol voor huisartsen om in zo’n geval een meer nauwkeurige diagnose te stellen, omdat er in behandeling geen verschil is. Van belang is of de rugpijn kort of al langere tijd bestaat, maar eveneens hoe erg de pijn is die men ervan heeft.
Bij het grootste deel van de rugklachten is er geen organische oorzaak aan te wijzen; dit worden daarom de aspecifieke rugklachten genoemd. Het is niet enkel een sociaal-medisch probleem maar eveneens een financiele kwestie vanwege het forse *ziekteverzuim.
Rugklachten* ontstaan vaak door een combinatie van factoren, welke niet alleen persoons- maar eveneens werkgebonden zijn. Onder persoonlijke factoren vallen onder andere het lichaamsgewicht en de lichaamsbouw maar ook de algehele en plaatselijke conditie. Lichamelijke activiteiten zoals bijvoorbeeld tillen, staan, zitten en het werken aan een lopende band behoren tot de werkgebonden factoren. Daarnaast blijkt ook de lage mate van tevredenheid over het eigen werk deels een rol te spelen bij rugklachten.
Om rugklachten te kunnen voorkomen dient men zich goed bewust te zijn van de bewegingen die men maakt en de houdingen die men aanneemt. Dit geldt zowel wanneer men werkt maar ook voor de resterende uren elke dag.