De kleuren die gebruikt worden zijn wit, groen, blauw, rood en zwart. Geel is in principe het voetgangersgebied maar geel wordt ook gebruikt voor skipistes die niet met piste onderhoudsmachines bewerkt zijn. Veel mensen vinden deze natuurlijke skipiste de grootste uitdaging omdat je nooit weet wat je tegenkomt. Deze skipiste kan per uur veranderen door weersomstandigheden maar ook door hobbels op de helling waar mensen voortduren omheen skiën. In plaats van wit wordt er soms ook geen kleur aangegeven. Dit is de piste voor kinderen die in een skischool hun eerste skilessen krijgen. De witte skipiste wordt ook wel de babypiste genoemd.
De groene skipiste is een piste met een paar korte hellingen. Het is de gemakkelijkste skipiste en geschikt voor kinderen die hun eerste skilessen hebben gehad. De blauwe skipiste is de piste voor beginners, de hellingen zijn niet moeilijk er liggen geen obstakels. De rode skipiste is een piste voor gevorderde skiërs, de piste is moeilijk. De moeilijkste piste is de zwarte piste, het gebied is afwisselend met verschillende hellingen en obstakels. De zwarte piste is geschikt voor de meer ervaren skiër. De kleurmarkeringen zijn algemene markeringen. De skipistes kunnen door gebruik en weersomstandigheden in moeilijkheidsgraad toe- of afnemen. Op skipistes waar veel geskied wordt kan bijvoorbeeld de sneeuw platgedrukt worden, of hobbels groeien door het uitdiepen van de sneeuw erom heen.
Periodes om te skiën