Vroeger werd bij een hoge bloeddruk bij een zwangerschap een zoutloos dieet voorgeschreven, maar onderzoek heeft aangetoond dat dit niet de oplossing is. Een te hoge bloeddruk ontstaat onder invloed van de zwangerschap en de vrouw kan daar zelf geen invloed op uit oefenen.
Hoe hoger de bloeddruk (met name de onderdruk) wordt, hoe groter de gevaren zullen zijn, zeker op het moment dat er eveneens eiwit in de urine aanwezig is. Op de eerste plaats wordt begonnen met bloeddrukverlagende medicijnen en wanneer deze niet genoeg helpen, dan wordt de zwangere vrouw opgenomen in het ziekenhuis om haar beter te kunnen controleren. Vaak heeft de vrouw in het begin nog geen klachten, maar bij een stijgende bloeddruk kunnen er klachten ontstaan zoals: tintelingen in de handen, sterretjes zien en zelfs van een gevoel van pijn in de bovenbuik.
Bij het grootste deel van de vrouwen bij wie de bloeddruk 95 mm Hg of meer bedraagt, ontstaan er vrijwel geen problemen. Enkel bij een geringe groep zwangere vrouwen kan dit uit de hand lopen. Omdat het ziekteproces met de zwangerschap samenhangt, is de oplossing van het probleem de beëindiging van de zwangerschap. Bij veel vrouwen vindt er daarom een inleiding van de bevalling plaats. Bij sommige vrouwen lukt een dergelijke inleiding niet en dient er alsnog een keizersnede te worden uitgevoerd. Na de bevalling duurt het meestal één of meerdere dagen voordat de bloeddruk weer normaal is geworden, waarna men met de medicijnen, mag stoppen.
De gevaren van een hoge bloeddruk