Baarmoederhalskanker ontstaat in de cellen van het slijmvlies in het gebiede dat de overgang vormt van de baarmoederhals naar de baarmoedermond. Deze vorm van kanker komt bij vrouwen van alle leeftijden voor, maar het meest vaak bij vrouwen in de leeftijd van 35 tot 50 jaar. Bij baarmoederhalskanker speelt het humaan papillomavirus (HPV) een belangrijke rol. Dit virus wordt overgebracht door het hebben van geslachtsgemeenschap. HPV komt frequent voor bij vrouwen: circa 80 procent van hen krijgt ooit te maken met een HPV-infectie. Dikwijls wordt dit door het lichaam vanzelf weer opgeruimd. Baarmoederhalskanker blijkt meer voor te komen bij vrouwen die roken in vergelijking tot bij vrouwen die niet roken. Roken beïnvloedt wellicht het immuunsysteem van het lichaam waardoor het humaan papillomavirus eventueel baarmoederhalskanker zou kunnen veroorzaken.
De cellen in de baarmoederhals delen zich constant; er bestaat dan ook een balans tussen de opbouw en de afbraak van het slijmvlies. Bij een ontregeling van de deling van dergelijke cellen kunnen er een aantal afwijkende cellen ontstaan. Dit is echter nog geen kanker. Vaak worden dit soort afwijkingen door een ontsteking of infectie, met bijvoorbeeld HPV, veroorzaakt. De afwijkende cellen verdwijnen meestal vanzelf weer. Zodra er echter alsmaar meer afwijkende cellen ontstaan dan is er sprake bij een kleine afwijking van een voorstadium van baarmoederhalskanker. Komen er nog meer afwijkende cellen bij dan ontstaat er een overmatige groei en kan er wel baarmoederhalskanker ontstaan. Dit proces verloopt geleidelijk en kan wel tien tot vijftien jaar in beslag nemen. Baarmoederhalskanker kan met een uitstrijkje opgespoord worden.