De periode rond de menopauze wordt de zogenaamde perimenopauze, de overgang of het climacterium) genoemd. Zo’n proces duurt vanaf een paar jaren voor, tot een paar jaren na de menopauze. Tijdens de overgang raken de eicellen, welke bij de geboorte reeds in aanleg aanwezig waren, op. Eveneens verandert het hormonale evenwicht van het lichaam. De oestrogeen- en progesteronspiegels worden onstabieler. Ten slotte verandert ook de menstruatie. De wijze waarop deze verandert loopt uiteen; deze kan zomaar stoppen of langzamerhand af gaan nemen. Dat tweede kan men merken aan het feit dat de periode tussen twee menstruaties in langer wordt of de bloeding geleidelijk afneemt.
Gedurende de menopauze moet het lichaam van een vrouw zich aanpassen aan deze natuurlijke veranderingen. In de hormonale huishouding kunnen vasomotorische symptomen zoals hartkloppingen en opvliegers ontstaan. Bij een opvlieger voelt de vrouw zich plotseling erg warm worden, begint te transpireren en wordt rood in het gelaat. Daarnaast kan een vrouw last krijgen van psychologische symptomen zoals onder andere angst, depressie en een gebrek aan concentratie maar ook van urogenitale klachten, zoals bijvoorbeeld dysurie, atrofische vaginitis en urge-incontinentie.
De menopauze ontstaat vaak natuurlijk, maar kan eveneens ten gevolge zijn van een chirurgische ingreep (door het verwijderen van de eierstokken) of door het gebruik van bepaalde medicijnen geïnduceerd worden. De gemiddelde leeftijd waarop de menopauze optreedt is 51 jaar, maar bij bepaalde vrouwen treedt deze aanzienlijk vroeger op, dit is vooral bij vrouwen welke een behandeling met chemo- of met radiotherapie ondergaan hebben.
Een zogenaamde premature menopauze wordt gedefinieerd als een menopauze welke optreedt voordat een vrouw haar veertigste levensjaar heeft bereikt en komt voor bij zo’n 1 tot 2 procent van alle vrouwen.
De...