Periodes waarin de symptomen minder zijn worden dikwijls met periodes afgewisseld waarin de psoriasis erger wordt. De huid is aan is gedaan van een patiƫnt met psoriasis vernieuwt zich in zes tot zeven dagen; bij mensen die niet aan deze aandoening lijden is dit zesentwintig tot zevenentwintig dagen. De structuur, van de zich vernieuwende huidlagen, wijkt echter op belangrijke punten af van een normale situatie.
Psoriasis is overigens niet besmettelijk. Circa twee procent van de wereldbevolking heeft te maken met deze aandoening, enkel bij indianen uit bij Zuid-Amerika is psoriasis aanzienlijk zeldzamer. De hoogste incidentie wordt gevonden in noord-Europa en in Scandinaviƫ. Dikwijls bestaat er bij mensen die lijden aan psoriasis een genetische aanleg voor het plaatsvinden van een versnelde deling van de huid. Het onderzoek daarnaar richt zich met name op loci op de chromosomen 1q, 4q, 17q, 6p21.3 en het Psors 1 gen.
Er zijn een aantal verschillende typen psoriasis, waarvan de meest voorkomende vorm (psoriasis vulgaris, ook wel kortweg psoriasis genoemd) de gewone psoriasis is. Typerend voor de meeste vormen van psoriasis zijn de witte huidschilfers op rode plekken op de huid. Dergelijke plekken worden eveneens wel plaques genoemd. Deze plaques vertonen de volgende vier eigenschappen: de plekken zijn duidelijk afgebakend waardoor de overgang naar de niet aangedane huid duidelijk zichtbaar is. Het oppervlak bestaat uit slecht met elkaar samenhangende witte schilders waaronder de huid een glimmende homogene roodheid laat zien. Wanneer men krabt dan laten de huidschilfers los en ziet men kleine bloeddruppeltjes (teken van Auspitz). Hieraan is psoriasis voor het stellen van een diagnose herkenbaar en kunnen andere aandoening worden uitgesloten.