Alcoholisme is een aandoening dien men als progressief kan beschouwen die in de meeste gevallen langzaam zal ontstaan. In de meeste gevallen begint het op een erg onschuldige manier door zo nu en dan een alcoholisch drankje te drinken voor de gezelligheid. Na enige tijd zal echter de frequentie van het drinken toe gaan nemen en de betreffende persoon, maar vaak ook mensen uit diens directe omgeving, tot de ontdekking komen dat men te maken heeft met alcoholisme. Men kan in een dergelijk geval immers niet meer goed functioneren zonder dat men eerst een bepaalde hoeveelheid alcohol in heeft genomen. Het gedrag van de alcoholist zal steeds sterker door het gebruik van de alcohol worden beïnvloed. Dit zou bijvoorbeeld tot werk- of schoolverzuim kunnen leiden maar ook tot de verwaarlozing van zichzelf en personen die in de nabije omgeving zorg nodig hebben. Dit heeft vaak zelfs ruzies tot gevolg en men kan te maken krijgen met aspecten als geheugenverlies.
In de wetenschap heeft men aanwijzingen gevonden welke duiden op de gevoeligheid voor alcoholisme in de genen. Zo hebben bijvoorbeeld een aantal tweelingstudies aangetoond dat erfelijke factoren een belangrijke rol vervullen bij het gebruik en de afhankelijkheid van de alcohol.
Door het gebruik van alcoholische drank is gebleken dat de dopaminerge banen in het limbisch systeem evenals de prefontale cortex worden geactiveerd. Bij mensen die gevoeliger zijn voor alcohol kunnen lagere dopamineniveau’s in de hersenen tot een verhoogde consumptie van alcohol leiden. Dit gebeurt om het dopamineniveau te compenseren. Door moleculaire genetische studies is alle aandacht weliswaar gericht op de rol van het Dopamine (D2) receptor gen. Toch hebben deze studies van volwassenen hebben nog geen eenduidige associatie weten te vinden tussen de werking van het betreffende gen en de verslaving aan de alcohol.
De jeugd voelt zich er door de drank “bij” horen. Drank is het teken dat men als een volwassene wordt gezien. Sinds het rookverbod in de horeca neemt alcoholgebruik onder de jeugd toe. In het weekend komt men bij elkaar in verschillende ruimten zonder toezicht. Iedereen brengt drank mee, hiermee wordt door de kinderen een waar drankfestijn gebouwd. Drank gekocht bij supermarkten of drankcentra is goedkoper dan in de bar. Voor dat de jeugd op stap gaat in de vroege uurtjes hebben zij op het verzamelpunt al de nodige alcoholische versnaperingen genuttigd. Waarschijnlijk zou de verantwoordelijkheid voor deze uitspattingen tóch bij de volwassenen gelegd moeten worden die de ruimte aanbieden. Het lijkt vergeten te zijn dat je verantwoordelijk bent voor jongeren onder jouw dak tot zij achttien jaar zijn.
Veel kinderen drinken daarbij niet eens een licht pilsje maar spatjes en cocktails met sterke drank. Om het alcohol gebruik, dat bij de jongeren intussen best misbruik mag worden genoemd, tegen te gaan zijn er nieuwe wetten in het leven geroepen. Zowel in supermarkten, drankwinkels en in de horeca mag geen drank meer geschonken worden aan jongeren onder de zestien jaar. In Nederland bracht dit een golf van protest omhoog onder de jongeren en onder volwassenen. Jongeren vinden dat zij vrij moeten zijn om een drankje te nuttigen vanaf zij naar het middelbaar onderwijs gaan, ouderen vinden dat de leeftijd naar minimaal achttien jaar had moeten gaan. Veel middelbare scholen werken intussen wel mee met het anti alcoholbeleid onder jongeren. Op veel schoolfeesten, zelfs eindexamenfeesten mag geen alcohol meer geschonken worden.