Om je spieren te trainen hoef je eigenlijk alleen maar te fietsen. Je grote spieren en kleine beenspieren worden getraind en je rug- en buikspieren. Om meer te bewegen kun je tussendoor op de trappers gaan staan. Lichaamsbeweging kun je buiten op de fiets net zo goed als binnen op de hometrainer of in de spinles op de sportschool. De natuurlijke weerstand die de weersomstandigheden geven vergroten zelfs de spierkracht die je nodig hebt. Wissel de snelheid af waarmee je rijdt. Bijvoorbeeld eerst tien minuten rustig inrijden, dan tien minuten flink de spurt erin en vervolgens tien minuten op de trappers staan. Pak hindernissen waarbij je harder moet trappen zoals een oplopende weg, zandweg of een brug.
Je kunt ook fietsen en aan lichaamsbeweging doen om af te vallen. Om af te vallen moet je telkens opnieuw je spieren stimuleren om meer energie te gebruiken zodat het vetgehalte slinkt. Het is belangrijk dat je het fietsen hierbij opvoert. Probeer een gelijkmatig tempo aan te houden. Fiets zolang tot je gezond moe bent maar niet buiten adem. Voer de tijd dat je fietst op tot ongeveer een uur. Voer daarna de intensiviteit van de lichaamsbeweging op, met andere woorden, trap harder. Zet verschillende routes op waarbij je met verschillende soorten wegdek en hindernissen te maken krijgt. Neem je kind mee, dat is niet alleen gezellig, het extra gewicht vereist meer inspanning. Doe ademhalingsoefeningen tijdens het fietsen waarbij je de buikspieren aanspant, vijfmaal de trappers rond en *ontspannen.
*