Hooikoorts betreft een reactie van het afweersysteem. Bij mensen die last hebben van hooikoorts reageert het afweersysteem niet alleen op bijvoorbeeld ziekteverwekkers maar eveneens op onschuldige stoffen zoals stuifmeel. De klachten ontstaan bij 10 procent tot 20 procent van de bevolking. Rond het jaar 1900 is hooikoorts als aandoening erkend. De aandoening heeft echter helemaal niets met hooi of koorts van doen, de naam is afkomstig van de tijd van het jaar waarin de klachten voorkomen, namelijk het zogenaamde hooiseizoen.
Net zoals bij de meeste allergieën het geval is wordt hooikoorts ook in de regel geleidelijk opgebouwd. Vaak openbaart de allergie zich tussen het achtste en vijfentwintigste levensjaar, na een eerste manifestatie komen klachten meestal ieder jaar weer terug. De klachten zullen minder worden naarmate men ouder wordt, vaak zijn de klachten na het veertigste levensjaar veel minder, en zijn na het vijfenvijftigste jaar vaak overgegaan. Het komt niet vaak voor dat hooikoorts opkomt bij een persoon die ouder is dan veertig jaar.
De periode dat men klachten heeft van hooikoorts loopt gelijk met de bloeiperiode van bomen, planten en grassen, dit kan dus al vanaf de maand januari tot en met september het geval zijn. De klachten zijn het meest hevig op het moment dat de concentratie van de pollen in de lucht het hoogst is, vaak op warme, winderige dagen. In de meeste gevallen is hooikoorts te bestrijden met medicijnen zoals een antihistaminicum en/of door middel van desensibilisatie.
Klachten die bij hooikoorts horen zijn aan het bloeiseizoen van grassen en windbestuivende planten gebonden. Dit betreffende seizoen loopt ongeveer van de maand februari tot de maand september. In de meeste gevallen is het stuifmeel van grassen de meest grote boosdoener, maar ook het stuifmeel van bomen zoals bijvoorbeeld de...