Om* de eisprong te berekenen heb je een gelijkmatige menstruatiecyclus nodig. Is je menstruatiecyclus onregelmatig dan is het berekenen van de eisprong niet mogelijk. Er bestaan mogelijkheden dat de arts de menstruatiecyclus medicinaal regelmatig kan laten verlopen. Bij IVF en IUI wordt dit al gedaan. Bij een gezonde jonge vrouw die langs de normale weg zwanger kan worden, wordt dit niet zo gemakkelijk gedaan. Wel kun je temperaturen. Hiervoor moet je eerst een maand je temperatuur opschrijven om te kijken wat de daaltemperatuur ongeveer is. Op de daaltemperatuur vindt de eisprong plaats. De dag na de eisprong stijgt de temperatuur weer naar normaal.
Bij een regelmatige menstruatiecyclus is het berekenen van de eisprong gemakkelijk. Gemiddeld heeft een vrouw een menstruatiecyclus van achtentwintig dagen. De eerste dag van de menstruatie is de eerste dag van de cyclus. Bij deze regelmatige cyclus vindt de eisprong plaats rond de veertiende dag vanaf de eerste dag van de menstruatie. Tussen de elfde- en vijftiende dag ben je vruchtbaar. Heb je een regelmatige cyclus die langer of korter duurt dan neem je hier de helft van de cyclus vanaf de eerste dag van de menstruatie. Heb je een cyclus van twintig dagen dan vind de eisprong dus rond de tiende dag plaats. De grootste kans om zwanger te worden is vlak voor de eisprong. Een eitje kan een á twee dagen bevrucht worden, daarna begint het afbraakproces en wordt je opnieuw ongesteld. De zaadcellen hebben een overlevingskans van drie dagen waardoor de kans om zwanger te worden redelijk te noemen is bij een goede berekening van de eisprong.